‘Pionieren met verloskundige groepszorg was inspirerend en verrijkend’ 

Drie praktijken startten ruim tien jaar geleden als eerste met prenatale groepszorg. Dit gebeurde in het kader van een pilot van TNO naar het toepassen van CenteringZorg in Nederland. Een van die praktijken was De Bakermat in Wageningen. Verloskundigen Gerjanne Vrielink en Nalonya van der Laan kijken terug op die begintijd.

De twee zijn alleen maar enthousiaster geworden. Nalonya: “Soms liep ik zomaar een oude groep tegen het lijf – met z’n allen mét baby’s op een terras in de buurt. Je bouwt met groepszorg aan een kleine community van ouders die samen blijven opgaan.” Gerjanne: “Het is zoveel krachtiger als een deelnemer vertelt: ik vond borstvoeding lastig, maar dit heeft mij geholpen…” Nalonya: “Vaak zag ik dat iemand die kwetsbaar is door anderen werd opgevangen. Dat is chill, maar vooral ook heel zinvol! Want ik ben zes weken na de bevalling uit hun leven.” Gerjanne: “Je bent als verloskundige deel van de groep en brengt meer tijd met elkaar door: mensen leren je beter kennen en jij hen ook.”

Gerjanne biedt bij De Bakermat nog altijd groepszorg: de helft van hun cliënten kiest hiervoor. “Vaak zijn dit de vrouwen die stress ervaren.” Nalonya werd ook CenteringZorg-trainer en werkt nu als beleidsadviseur bij de KNOV.

Hoe het destijds begon

Gerjanne: “Bij het ICM congres (internationaal verloskundigencongres) in 2008 in Glasgow hoorden we over CenteringPregnancy. Dit moeten we naar Nederland trekken, reageerden we als Nederlandse verloskundigen.” Nalonya: “Marlies Rijnders van TNO kwam bij ons langs en haar enthousiasme sloeg direct over. Naast twee Amsterdamse praktijken zocht Marlies nog een ‘plattelandspraktijk’ voor haar onderzoekspilot. Haha, dat waren wij dus.”

“Vaak zag ik dat iemand die kwetsbaar is door anderen werd opgevangen. Dat is chill, maar vooral ook heel zinvol! Want ik ben zes weken na de bevalling uit hun leven.”

Start van de pilot

“Onze hele praktijk, vier verloskundigen en één assistent, is getraind. Om snel ervaren te raken, draaiden we ook met elkaars groepen mee. We voelden al snel dat het wérkt. We begonnen tegelijk met de Amsterdamse praktijken, we bepaalden samen ook mede de inhoud. Het was fijn om het met z’n allen te doen. Als de een het even niet meer zag, was de ander enthousiast. Wat bij onze drie praktijken werkte, kon heel verschillend zijn, want onze populaties waren heel verschillend. In een van de Amsterdamse praktijken vroeg een zwangere over de Schijf van 5 of ze dat elke week moest eten. Onze groep, bestaande uit hoogopgeleide zwangeren, reageerde: er is ook een voedingspiramide. Dat was interessant: hoe kun je op elk kennisniveau aansluiten.”

Beginnersfout

Gerjanne: “Bij onze eerste groepen wilden we téveel. We bleven het gevoel houden dat het om onze informatieoverdracht draaide. Na elke bijeenkomst hadden we maar de helft kunnen behandelen, omdat het anders liep.” Nalonya: “Kinderopvang en de kwaliteit van matrasjes, houdt deelnemers altijd bezig. Maar de relevante verloskundige thema’s komen toch ruim aan bod. Je wordt er handig in om die erin te fietsen.” Gerjanne: “Onze cliënten hebben vaak afvinklijstjes en het kraambed komt best veel aan bod. Al vinden ze achteraf bijna altijd dat dit nóg meer had gemogen. Het is dan ook het mooiste als er ook moeders in de groep zitten. Dat geeft een betere dynamiek. Sommige cliënten deden wel drie of vier keer mee, ze vinden het toch steeds weer waardevol.”

Groepen werven

Gerjanne: “Groepen werven was aanvankelijk best lastig. Totdat we na ongeveer een half jaar besloten om de mannen te betrekken. Dat hielp enorm. Het hielp ook, dat we meer ervaring kregen.”

“Het is best moeilijk om enthousiast te werven, als je zelf nog geen groepen hebt gedraaid. Zodra iedere werknemer het aan den lijve heeft gevoeld, is het veel makkelijker.”

Nieuwe groepen spannend

“Bij een nieuwe groep ben je altijd weer wat gespannen: Hoe voelt de dynamiek? Ga ik tien relaxte avonden tegemoet of wordt het werken om deze mensen actief mee te laten doen? Soms bestaat er door verschillende ideeën, over borstvoeding of natuurlijk ouderschap, een spanning in de groep.” Nalonya: “Het loopt altijd los. Het gros van de groepen is heel leuk en wil graag ervaringen en expertise  delen. Wij leerden om niet te oordelen en ieder de ruimte te geven. We bevestigen ‘jij vindt dit belangrijk’ en vragen de anderen ‘wat vinden jullie belangrijk?’”

Partners horen erbij

Gerjanne: “Bij ons zijn de partners er dus altijd bij. Dat willen onze cliënten gewoon graag. Alleen tijdens de vierde bijeenkomst zijn ze er niet, want dan gaan ze met een coach mee. Die bespreekt dan met hen waar zij als partners tegenaanlopen. Voor ons is dat dan een mooi moment om de avond alleen te hebben met de zwangeren. Dan praten wij over relatie en veiligheid: wat voor gezin wil je zijn.”

Advies aan collega’s

Wat is jullie advies aan collega’s die aarzelen om met CenteringZorg te beginnen? Gerjanne: “Ga het gewoon doen, dan ervaar je de meerwaarde.” Nalonya: “Speel lekker praktisch en flexibel in op jullie deelnemers. Dat maakt Centering juist zo leuk!” Gerjanne: Houd niet vast aan je boekje en het afvinken van jouw topics, maar durf het te laten gebeuren.” Nalonya: “Het gaf mij de lol in mijn werk terug en bood mij waardevolle tools. Doordat ik groepen begeleidde, ging ik later ook bij scholen praten over anticonceptie en seksualiteit. Ook geef ik nu centering-trainingen en denk ik mee op de voor- en achtergrond. Het liet mij groeien als professional en als persoon.”

“Ga het gewoon doen, dan ervaar je de meerwaarde.”

Mooie gebeurtenissen

“We hadden een heel waterpoloteam in de groep! Ook zaten er eens in een groep een paar werkloze vrouwen. Zij wilden solliciteren, maar hadden geen geld voor kinderopvang. Toen pasten zij op elkaars baby’s. Er was een primi die opzag tegen borstvoeding geven. Ze voelde zich door haar centering-groep zo gesteund, dat ze haar kind jaren zelf gevoed heeft. Zij is nu vrijwilliger bij LLL. En, het klinkt misschien raar, we hadden prachtige bijeenkomsten nadat een baby was overleden. Natuurlijk is dit zwaar en intens, maar het is heel mooi om te zien hoe een groep dit leed dan samen draagt en er is voor de mensen die dit overkomt. Ook als begeleider hoef je het dan niet alleen te doen.”

Quinn uit Wageningen was destijds de allereerste Centering-baby van Nederland. Lees hoe haar moeder Wendy de groepszorg toen heeft ervaren

 

Bericht delen: