Publicatie ‘De kracht van CenteringDiabetes’

In het nieuwste nummer van Diabetes Pro, het vakblad voor de diabeteszorgverlener, verscheen deze maand een artikel over groepsgewijze diabeteszorg op basis van het Centering-model. Ilona Zantinge, verpleegkundig specialist, en Marlies Rijnders, onderzoeker TNO, beschrijven de uitkomsten van de CenteringDiabetes-pilot bij huisartsenpraktijk Spectrum te Meppel.

Download het artikel hier

Het Centering-model blijkt een succesvolle en efficiënte manier van zorgverlening binnen de huisartsenpraktijk bij patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2). Het bevordert zelfmanagement en empowerment en leidt tot aanpassing van de leefstijl, meer controle op het ziekteverloop en betere therapietrouw. Huisartsenpraktijk Spectrum te Meppel deed een pilot.

Positieve Gezondheid

Huisartsenpraktijk Spectrum werkt volgens de visie van Positieve Gezondheid. Hierbij staat een betekenisvol leven van mensen centraal en ligt de nadruk op eigen regie, veerkracht en het aanpassingsvermogen van een persoon en niet op diens beperkingen of ziekte. Vanuit deze visie streeft Spectrum naar betere zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2. Dit vormde de aanleiding om in samenwerking met TNO en Stichting Centering Nederland een CenteringDiabetes-pilot op te zetten voor DM2-patiënten. Zo werd de haalbaarheid en toepasbaarheid van deze vorm van zorgverlening onderzocht. Meerdere zorgprofessionals binnen de praktijk volgden een training in de Centering-methodiek en ontwikkelden samen met twee Centering-experts een programma en handboek gericht op DM2-patiënten. Twee praktijkondersteuners somatiek, twee diëtisten en twee fysiotherapeuten waren betrokken bij de uitvoering van de pilot.

CenteringZorg

De bijeenkomsten bestaan uit medische zorg, interactief leren, zelfmanagement en het samenbrengen van een groep patiënten die vergelijkbare ervaringen hebben. Deze vorm van zorg leidt daarmee ook tot community-building: het vormen van vriendschappen, netwerken en ondersteuningsstructuren, zowel tussen patiënten onderling als van patiënten met professionals in de zorgketen. Het zelfstandig uitvoeren van de medische controles en actieve deelname aan interactieve werkvormen zorgt voor een grotere betrokkenheid van de patiënt in de zorg rondom zijn of haar diabetes en draagt bij aan meer kennis, bewustwording en controle op het ziekteverloop.

Uitvoering pilot

Tijdens de pilot werd met drie groepen gestart. Elke groep bestond uit ongeveer tien patiënten met DM-2, en was gevarieerd in samenstelling wat betreft leeftijd, geslacht en ziektejaren. Er vonden zes bijeenkomsten plaats met thema’s als voeding, beweging, medicatie, complicaties, stress en sociaal netwerk. Naderhand werd nog een zevende bijeenkomst toegevoegd, gericht op Positieve Gezondheid. De bijeenkomsten werden begeleid door een praktijkondersteuner somatiek, waarbij afhankelijk van het thema ook een diëtist of fysiotherapeut deelnam.

Kwalitatief onderzoek

Tijdens de pilot werd kwalitatief onderzoek verricht, waarbij de ervaringen van de deelnemers met zorgverlening volgens het Centering-model in kaart werden gebracht. Ook werd bekeken welke invloed dit Centering-model had op het gezondheidsgedrag van deze patiënten. Dataverzameling bestond uit het afnemen van individuele interviews bij zeven patiënten en een online-focusgroep met zes betrokken zorgprofessionals en twee experts: een huisarts met aandachtsgebied diabetes en een onderzoeker van onderzoeksorganisatie TNO die het Centering-model naar Nederland bracht.

Uit de analyse van de interviews kwamen vier kernthema’s naar voren die de kracht en potentie van CenteringDiabetes duidelijk maken: de toegankelijkheid van deze zorgverlening, het vergroten van het ziekte-inzicht, het positieve effect van lotgenotencontact en de stimulans tot gedragsverandering.

Toegankelijke zorgverlening

De veiligheid en sfeer die werd ervaren tijdens de bijeenkomsten beïnvloedden het groepsproces positief. Er heerste een gemoedelijke, vertrouwde en open sfeer binnen de groep. “Een soort huiskamergesprek in een ongedwongen sfeer. Iedereen kon zijn verhaal doen.” Ook de interactieve werkvormen droegen bij aan de toegankelijkheid van deze zorgverlening: “Door samen activiteiten te doen en soms in kleinere groepjes te werken, zag je dat dit een gevoel van vertrouwdheid gaf bij de patiënten. Zij gingen zich meer op hun gemak voelen en legden onderling sneller contacten.” Een individueel contactmoment met de zorgprofessional blijft wenselijk, zodat patiënten meer persoonlijke zaken een-op-een kunnen blijven bespreken.

Ziekte-inzicht

Patiënten beschouwden de interactieve werkvormen als leerzaam, activerend en afwisselend, wat leidde tot meer ziekte-inzicht. Zij verbreedden hun kennis en werden gestimuleerd om zelf meer na te denken over de aandoening, wat hun zelfmanagement bevorderde. Door in groepsverband activiteiten te ondernemen gingen patiënten zich meer verantwoordelijk voelen voor de eigen gezondheid. “In de spreekkamer ben je vooral aan het zenden en dan is het maar de vraag wat daarvan ontvangen wordt. Doordat mensen zelf over onderwerpen gaan nadenken en er met elkaar over in discussie gaan, blijven dingen veel beter plakken.”

“We boden een aantal beweegactiviteiten aan, waarbij we voor en na de activiteit bloedsuiker prikten. Toen de deelnemers zagen dat bewegen de suikerspiegel daadwerkelijk laat dalen, was dat voor de patiënten echt een eyeopener.”

Zorgprofessionals waren verbaasd

De zorgprofessionals waren verbaasd over de matige kennis van patiënten over hun diabetes en over het belang van een gezonde leefstijl, terwijl een aantal van hen al geruime tijd individuele begeleiding kreeg. “Tijdens de werkvormen bleek dat mensen eigenlijk nog maar heel weinig wisten en nu pas tot inzichten kwamen. Zelfs mensen die al jaren diabetes hadden, wisten bijvoorbeeld niet wat voor invloed voeding heeft op de bloedsuikers. Dat was voor ons als zorgverleners wel echt een eyeopener.”

Positief effect lotgenotencontact

“In een groep voel je je ook meer gesterkt. Je hoort positieve verhalen van anderen over hoe zij het doen en dan krijg ik echt het gevoel van: dat kan ik ook!” Het lotgenotencontact werd door patiënten als waardevol beschouwd, wat hun zelfmanagement en hun empowerment versterkte. Drie belangrijke aspecten kwamen hierbij naar voren: het gevoel van saamhorigheid, het uitwisselen van ervaringen en het leren van elkaar.

Hoe deelnemers elkaar vooruithelpen

Patiënten die hun leefstijl al met succes hadden aangepast, werden binnen de groep als rolmodel gezien en gestimuleerd om dit verder uit te dragen. “Voor mijn gevoel had ik binnen de groep wel een soort voorbeeldfunctie en kon ik mensen ook mee helpen motiveren om het anders te gaan doen. Het is ook goed om zulke positieve verhalen uit te wisselen. Dan zien mensen dat het ook anders kan en hoe ze dat dan kunnen aanpakken.”

De variatie in de groep wat betreft het aantal ziektejaren en ervaring vergrootte het leerrendement. Patiënten keken kritischer naar het eigen gedrag, doordat zij geïnspireerd en gemotiveerd werden door succesverhalen van anderen. De openheid in de groep zorgde ervoor dat men elkaar onderling durfde aan te spreken op het gezondheidsgedrag. Ervaringen van gelijkgestemden beklijfden ook beter dan de informatie van de zorgprofessional tijdens individuele contactmomenten. Patiënten werden door de zorgprofessionals niet overladen met informatie, maar konden op hun eigen interesseniveau kennis en ervaringen met elkaar delen. “Ik denk dat mensen sneller iets aannemen van iemand die ook diabetes heeft, dan van een praktijkondersteuner die je er op wijst wat je beter wel en niet kunt doen. Het komt gewoon anders uit de mond van iemand die in dezelfde situatie verkeert, dan van iemand die vanuit zijn vak spreekt.”

“Als ik tien jaar geleden wist wat ik nu allemaal heb geleerd, was het nooit zo ver gekomen met mijn diabetes. -Deelnemer aan de pilot

Stimulans tot gedragsverandering

“Door de bijeenkomsten raakte ik gemotiveerd om meer te gaan bewegen. Ik heb ook een gewone fiets gekocht in plaats van een elektrische om mijn spieren meer te trainen.” Tijdens de bijeenkomsten werd empowerment bij patiënten gestimuleerd. Het lotgenotencontact samen met de interactieve werkvormen enthousiasmeerden en motiveerden hen om aanpassingen aan te brengen in hun leefstijl. Dankzij inzichten rondom diabetes mellitus type 2 en beïnvloedende factoren zoals voeding en beweging konden patiënten de opgedane kennis beter toepassen in hun eigen leven. “Ik ben nu veel alerter op de voedingsetiketten die op producten staan. Je weet veel beter waar je op moet letten en begrijpt de etiketten ook beter.”

Behoefte aan vervolg

De CenteringDiabetes-groep gaf patiënten een extra stimulans om gestelde doelen te behalen en vast te houden. Er was ook een grote behoefte aan een vervolg. Belangrijkste overwegingen hierbij waren: het blijven uitwisselen van ervaringen en succesverhalen onderling, de grote stimulans vanuit de groep om gedragsverandering vast te houden, alsmede het op de hoogte blijven van nieuwe inzichten op het gebied van diabetes mellitus type 2. “We maakten het concreter door mensen hardop hun eigen doelen in de groep te laten uitspreken. Je zag dat ze daarna actiever werden. Het vormde een stok achter de deur om er daadwerkelijk wat mee te doen, omdat er een volgende keer weer op terug gekomen zou worden.”

Conclusie

Patiënten, zorgprofessionals en experts zijn overtuigd van het succes en de effectiviteit van Centering Diabetes binnen de huisartsenpraktijk. Patiënten krijgen een actieve rol in het zorgproces, waardoor zij meer kennis over en grip op hun eigen gezondheid krijgen. CenteringDiabetes kan hiermee bijdragen aan het optimaliseren van diabeteszorg binnen de eerstelijnszorg. Door koppeling van de vereiste medische zorg aan deze vorm van voorlichting en educatie, samen met het uitwisselen van ervaringen ontstaat er een compleet zorgprogramma zonder extra kosten. Vanwege het succes van de pilot blijft huisartsenpraktijk Spectrum Centering Diabetes aanbieden.

 

 

Dit artikel verscheen in Diabetes Pro en is geschreven door Ilona Zantinge, verpleegkundig specialist, en Marlies Rijnders, onderzoeker TNO

Handboek CenteringDiabetes

 

Bericht delen: