TNO stimuleert groepszorg gedurende de eerste 1000 dagen wereldwijd
Binnen een door de EU gefinancierd project introduceerde TNO groepszorg voor zwangere vrouwen, hun partners en voor ouders in zeven landen. Alle landen willen doorgaan met het aanbieden van groepszorg als zorgmodel gedurende de eerste 1000 dagen van het kind.
Persbericht TNO, zomer 2024: Het op Centering gebaseerde Groepszorgmodel tijdens de eerste 1000 dagen leidt tot betere gezondheidsresultaten, meer tevredenheid onder zwangere vrouwen en zorgverleners, en kan toekomstige zorgkosten voorkomen. Desondanks wordt groepszorg nog niet op grote schaal uitgevoerd. Om deze kloof in implementatie te overbruggen, heeft TNO groepszorg voor zwangere vrouwen, hun partners en voor ouders met succes geïntroduceerd in Suriname, Ghana, Zuid-Afrika, Groot-Brittannië, België, Nederland en Kosovo. TNO deed dit samen met negen internationale en nationale partners.
Meer dan 200 zorgverleners tijdens de eerste 1000 dagen zijn opgeleid en 169 groepen op 32 locaties zijn geïmplementeerd. De ervaringen in de zeven landen, elk met een andere context en gezondheidszorgsysteem, resulteerden in een pakket ondersteunende materialen en aanbevelingen die behulpzaam zijn voor andere landen om groepszorg tijdens de eerste 1000 dagen in hun land mogelijk te maken. Deze materialen zijn gratis verkrijgbaar via www.groupcare1000.com
Ook in Nederland
Binnen het door TNO geleide EU-project is ook gekeken naar de invoering van groepszorg in vijf Nederlandse verloskundigenpraktijken met een grote populatie zwangeren die leven in een kwetsbare situatie, en bij de jeugdgezondheidszorg in drie asielzoekerscentra. Groepszorg bleek op deze locaties beter te beantwoorden aan de behoeften en verwachtingen van zwangeren, hun partners en jonge moeders. Ook in deze specifieke context verhoogde het de tevredenheid van (aanstaande) ouders en zorgverleners.
Ervaringen
Een Nederlandse verloskundige: “Dus wat we zien is dat tijdens Groepszorg de vrouwen een, hoe zeg je dat, een band ontwikkelden. Dat mensen niet meer alleen zijn, maar samen. Ze steunen elkaar.”
Een zwangere deelneemster: “[…] Omdat alles heel open werd besproken. Niets was echt te gek, dus eigenlijk kon ik gewoon alles zeggen wat ik wilde zeggen, en er waren niet echt onderwerpen waarvan ik dacht hé, ik durf dit niet te vragen, of ik denk dat ik me hiervoor schaam.”
Deelnemende moeder in asielzoekerscentrum: “Zonder de groep denk ik dat ik bozer zou zijn, onzekerder over wat ik moet doen. Ja, wees niet bang om over dingen te praten. Wees niet bang om te praten over wat je van binnen voelt Laat alles los. […] Voor jezelf zorgen, pauzeren en doen wat je wilt, het heeft me echt bevrijd, het heeft me echt vrij gemaakt.”
TNO onderkent en ondersteunt alle inspanningen die nodig zijn om de implementatie en de opschaling van Groepszorg tijdens de Eerste 1000 dagen te verhogen ten behoeve van de gezondheid en het welbevinden van vrouwen en gezinnen wereldwijd.
Het veranderen van de manier waarop zorg wordt verleend, vereist visie op wat mogelijk kan zijn, en begeleiding tijdens het implementatieproces. Dit is een spannende en uitdagend verandering; wij dagen iedereen uit om hieraan mee te werken.
Wil je meer weten over prenatale en postnatale groepszorg en hoe je deze kunt implementeren?
- De Toolkit en alle andere ondersteunde materialen zijn te vinden op: www.groupcare1000.com
- Er is ook een community of practice opgericht om geïnteresseerden met elkaar in contact te brengen en ondersteuning en verdere informatie te bieden voor implementatie en opschaling. Lees hier meer over hoe je lid kunt worden van de Community of Practice: http://www.groupcare.global/cop
- Lees de speciale uitgave van het Engelse tijdschrift The Practising Midiwfe over groepszorg: The Practising Midwife – July / August 2024 | All4Maternity
- Neem contact op met TNO: Marlies.Rijnders@tno.nl; Eline.vlasblom@tno.nlSuze.Jans@tno.nl of met Stichting Centering Nederland: info@Centeringzorg.nl
Wat is het?
Het op Centering gebaseerde Groepszorgmodel is een zorgmodel waarbij de medische controles van moeder en kind worden aangeboden in combinatie met groepsgesprekken over onderwerpen die belangrijk zijn tijdens de zwangerschap en de eerste 1000 dagen van hun kind. Deze discussies vinden plaats in stabiele groepen, waardoor er in de loop van de tijd vertrouwen en wederzijdse steun tussen de deelnemers ontstaat. Zwangere vrouwen en hun partners en ouders van jonge kinderen worden actief betrokken bij de zorg.
De verbeterde uitkomsten door groepszorg
“Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat prenatale groepszorg tot betere uitkomsten leidt. Gerandomiseerde studies met in totaal meer dan 14.000 vrouwen laten een trend zien naar minder vroeggeboorten voor degenen die groepszorg ontvingen vergeleken met een-op-een zorg. In de Verenigde Staten werd ook minder verschil gevonden in vroeggeboorte onder afro-Amerikaanse vrouwen, vergeleken met wit-Amerikaanse en vrouwen met een latino achtergrond. Bovendien leken deze effecten op vroeggeboorte sterker te zijn voor afro-Amerikaanse vrouwen met een laag inkomen, wat suggereert dat gemarginaliseerde of achtergestelde bevolkingsgroepen baat kunnen hebben bij groepszorg. Er zijn aanwijzingen dat er minder vaak een laag geboortegewicht voorkomt bij baby’s van vrouwen die prenatale groepszorg hebben ervaren. Deelnemers aan groepszorg hebben over het algemeen een verminderde kans op keizersneden en een lagere kans dat pasgeborenen worden opgenomen op de couveuseafdeling. Naast klinische resultaten rapporteren zowel zwangere vrouwen als zorgverleners een hogere tevredenheid met groepszorg dan met een-op-een zorg, óók in Nederlands onderzoek.”
“Nederlands onderzoek laat eveneens zien dat onder vrouwen die groepszorg een significant lager risico hebben op het ontwikkelen van complicaties ten gevolgen van hoge bloeddruk, dat meer vrouwen starten met borstvoeding en dat zij beter gezondheidsgedrag laten zien zoals minder alcohol gebruik na de bevalling, gezonder eten en meer bewegen. Ook was er een trend zichtbaar naar minder roken tijdens en na de zwangerschap. Daarnaast blijken zij ook meer kennis over zwangerschap en geboorte te hebben.”