‘Velen stapten al op, nu moet de Centering-trein een reguliere dienstregeling krijgen’   

Marlies Rijnders, verloskundig-onderzoeker TNO, haalde het Centering-zorgmodel naar Nederland en toonde met onderzoek de effectiviteit ervan aan. Nu ons jubileumjaar voorbij is, waarin we 10 jaar CenteringZorg in Nederland vierden, blikt Marlies terug en vooruit. “Zorg en preventie moeten hand in hand gaan.”

“Dit is het, dacht ik, toen ik deze manier van zorg verlenen ontdekte in de Verenigde Staten. De tijd was er rijp voor: de geboortezorg koerste aan op ‘de cliënt centraal’ en meer zelfmanagement en eigen kracht. Bij groepszorg gaan deelnemers actief met elkaar aan de slag. Ze doen hun gezondheidsmetingen waar mogelijk zelf. Ook bepalen ze zelf welke onderwerpen en vragen aan bod komen. De medisch professional begeleidt dit proces tijdens een serie bijeenkomsten van twee uur, samen met een tweede vaste begeleider. Dat is heel anders dan consultafspraken van tien minuten, waarin veel onderwerpen door tijdgebrek niet of slechts kort besproken kunnen worden.”

De trein ging rijden

“Het is dankzij de slagkracht van verloskundigen dat de Centering-trein in Nederland is gaan rijden. We startten tien jaar geleden met een onderzoekspilot met drie verloskundigenpraktijken. Inmiddels is in 45% van de praktijken minstens één verloskundige Centering-getraind. Hulde voor deze verloskundigen die gewoon gáán voor betere zorg! Zelfs al vereist het de nodige energie en al moeten ze de kosten nog steeds uit eigen zak betalen. De eerste jaren was er volop enthousiasme. CenteringZorg was een rijdende trein die steeds voller werd. Waar hier en daar ook de jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij opstapte. Mede dankzij Kansrijke Start kwam er steeds meer aandacht voor het belang van een goede start, de eerste 1000 dagen van het kind, en de rol die het psychosociale welzijn van (aanstaande) ouders hierbij speelt.”

Corona onderstreepte de waarde

“En toen kwam corona. Groepszorg kreeg een opdonder. 2022 stond daarom ook in het teken van de doorstart na COVID-19. Het was goed om te zien hoe graag mensen terug willen naar de live-groepen. COVID liet ons de waarde inzien van de ontmoeting. De trein rijdt weer. Maar nu moet het echt een reguliere dienstregeling krijgen. Overal. Dát is de uitdaging van de komende tijd: bestendiging op alle vlakken. Dat er eindelijk een tarief komt voor verloskundigen voor het organiseren van deze zorg. Dat groepszorg ook in de JGZ gaat lopen, zodat er continuïteit van zorg is in de eerste 1000 dagen. En dat de aanpak nog beter kan worden afgestemd op de behoefte van (aanstaande) ouders en professionals overal in Nederland. Zodat het echt reguliere zorg wordt en iedereen het normaal vindt dat je de zorg goepsgewijs geeft. Zolang ik nog werk, ik zit vier jaar voor mijn pensioen, zet ik me daarvoor in. CenteringZorg is allang geen innovatie meer, maar een bewezen en kosteneffectieve manier van betere zorg, die in veel meer zorgdomeinen kan worden ingezet.”

Centering vereist een andere kijk op zorg

“Ons jubileumcongres was inspirerend, interactief en internationaal. Er waren zowel verloskundigen als mensen uit de JGZ, uit binnen- en buitenland. Fijn was dat er ook veel jonge mensen waren. Wel vond ik het schrijnend dat er maar weinig beleidsmakers waren. Het Centering-model is  misschien te simpel en te veel out-of-the-box voor ze? Het vereist een andere kijk op zorg, waarin het medische en het sociale samenkomen.”

Het Nederlandse zorgsysteem blijft nog te veel hangen in oud denken. Je kunt de gezondheid van mensen niet los zien van hun psychosociale welzijn. Zorg en preventie moeten hand in hand gaan.”

“Een-op-een-zorg gaat uit van de expert die de onwetende vertelt wat die kan of moet doen. Hoe goed een zorgverlener dat ook doet, er blijft een hiërarchisch machtsverschil. Dat past gewoon niet meer bij deze tijd, waarin mensen zelf keuzes willen maken en soms zelfs wantrouwend staan tegenover professionals en instituties. Met groepszorg herstel je die machtsbalans. De kennis en expertise komt uit de groep en alle groepsleden zijn gelijkwaardig. Cliënten, professionals, eenieder brengt zijn of haar expertise en ervaringen in.”

Mensen hebben elkaar nodig

“Bovendien zorgt groepszorg ervoor dat mensen die in een vergelijkbare situatie elkaar leren kennen, en naar elkaar gaan omkijken. Er is veel eenzaamheid, onder jongeren, ouderen en mensen die worstelen met een chronische aandoening, ziekte of beperking. Ook mensen met jonge gezinnen voelen zich vaak geïsoleerd. Er is niet altijd een sociaal netwerk dat je opvangt. Het idee leeft dat je het als individu allemaal zelf moeten kunnen oplossen. Lukt dat niet en heb je hulp nodig, dan geeft dat schaamte. Maar wij mensen hebben elkaar gewoon nodig! Het zijn de kleine blijken van steun die het leven licht maken. Dat je kind even bij iemand kan spelen als je naar de dokter moet. Of dat iemand luistert en met je meedenkt als je er doorheen zit.”

Sociale basis biedt veerkracht

“Ons zorgsysteem focust op grote problemen, ernstige problematiek. Maar het gros van de mensen heeft huis-tuin-en-keuken-vragen en niet altijd de mensen om zich heen om ze hierbij te helpen. Als mensen samen basiszorg krijgen en tegelijk een sociaal netwerk opbouwen, is de helft van de wedstrijd al gewonnen. Natuurlijk zijn mensen blij met hun hulpverleners, maar die verdwijnen weer uit hun leven. Onderlinge contacten en alledaagse hulpbronnen bieden op de lange termijn meer veerkracht. Maar helaas betaalt de zorgverzekering vooral de zorg voor zieke mensen, en zet niet echt in op het voorkomen van psychosociale zorgen en stress.”

Is groepszorg voor iedereen?

“Als je al een goed netwerk hebt, en bijvoorbeeld tegelijk zwanger bent met je zus en je vriendin, dan is groepszorg minder noodzakelijk. Maar vaak hebben mensen geen anderen om zich heen die in dezelfde situatie zitten. Bij ons jubileumcongres vertelde een moeder, dat ze met haar vriendinnen niet goed kon praten over de miskramen die ze had gehad. Maar door de vrouwen in haar Centering-groep voelde ze zich wel begrepen. Soms deel je makkelijker dingen met mensen die in hetzelfde schuitje zitten, ook al ken je ze oppervlakkiger. Mensen hebben behoefte aan die gelijkgestemdheid, om te ervaren dat ze niet de enige zijn.”

“Mensen in kwetsbare situaties hebben minder vaak een ondersteunend sociaal netwerk, dus is het opbouwen hiervan essentieel. Vaak wordt aangenomen dat hoogopgeleiden wél een netwerk hebben waarop ze kunnen terugvallen. Toch kunnen ook zij eenzaam zijn, door de individualistische cultuur en de hoge prestatiedruk. Wie veel ballen in de lucht moet houden en al zijn of haar onzekerheden alleen en cognitief denkt te kunnen oplossen, loopt vaak vast.”

Tijd voor een tarief

“Nu verloskundigen tien jaar lang zelf de kosten hebben moeten dragen, is het van vitaal belang dat de zorgverzekeraar vanaf 2024 met een vergoeding over de brug komt. De kostenevaluatie van TNO laat zien dat CenteringZorg op de lange termijn zorgkosten bespaart. We hebben dit heel conservatief berekend en alleen de keiharde besparingen meegenomen. Vrouwen die meedoen aan CenteringZwangerschap stoppen vaker met roken en houden dat na de bevalling ook langer vol. Ook starten ze vaker met borstvoeding en hebben ze minder vaak complicaties als gevolg van een hoge bloeddruk. We namen in onze berekeningen alleen de aantoonbare voordelen mee. Bijvoorbeeld de voordelen van niet roken en borstvoeding voor het kind en de besparing van zorgkosten die daaruit voortvloeit. We keken dus niet eens naar de maatschappelijke besparingen of naar de besparingen die samenhangen met de gezondheid van de vrouw door niet-roken en het geven van borstvoeding. We telden alleen de gevolgen mee die aanwijsbaar waren in de wetenschappelijke literatuur met enorm veel voorbehoud. Zo berekenden we dat Centering gemiddeld € 57,00 extra per persoon kost. Terwijl het gemiddeld € 133,00 per persoon aan zorgkosten bespaart.”

Groep voor de eerste 1000 dagen

“Mijn stip op de horizon is continue centering, waarbij een vrouw in de groep begint met zes weken zwangerschap en doorgaat tot het kind twee is en waarbij partners natuurlijk ook betrokken zijn. Verloskundigen en JGZ-professionals werken samen om dit doorlopende aanbod in hun omgeving te realiseren. De bijeenkomsten beginnen vroeg in de zwangerschap, want dan hebben mensen de meeste vragen en onzekerheden, en zijn er miskramen. Je kunt dan ook creatief nadenken over wie je bij welke bijeenkomst wil betrekken als co-begeleider, zodat je elkaar onderling kunt versterken. In Den Haag trainden we bijvoorbeeld vrijwilligers van Moeders informeren Moeders als co. Wanneer de kraamtijd en borstvoeding aan bod komen, is de kraamzorg een perfecte partner. Rond de uitgerekende data van de vrouwen kunnen verloskundige en JGZ-professional het begeleidende team vormen. Nadat de baby is geboren is, stromen ouders dan heel vanzelfsprekend door naar de groep van de JGZ. Verbind ouders ook met hun wijk door vrijwilligers of professionals van buurtinitiatieven, zoals de bibliotheek of de spelinloop, te betrekken bij de groep.”

Geef mensen de regie

“Centering is gestoeld op de gelijkwaardige verhouding tussen cliënten en zorgverleners. Dat vinden veel zorgprofessionals nog best ongemakkelijk. Het model blijkt lastiger te implementeren in grotere en meer hiërarchische organisaties zoals ziekenhuizen en JGZ-organisaties. Het duurt langer voordat alle neuzen dezelfde kant op staan. Maar het kán wel!

Groepszorg is onhandig om te organiseren, als je het (nog) op kleine schaal doet. Als je maar één groep per maand aanbiedt, krijg je die moeilijker gevuld dan als je mensen meer opties kunt bieden en het ingeburgerd is. De ervaring leert dat mensen, zowel professionals als deelnemers, enthousiast raken als ze eenmaal een paar bijeenkomsten hebben meegedaan. Met het oog op het zorginfarct zouden we juist naar groepszorg toe moeten om de zorg te kunnen bolwerken. En ik zeg het nog maar eens: CenteringZorg leidt tot betere uitkomsten en meer tevredenheid bij zowel cliënten als professionals. Geef mensen de regie.”

Bericht delen: